Thundercat toont zijn virtuositeit, maar ook niet meer dan dat in De Roma

door Ewout Pollaris

Stephen Lee Bruner, beter bekend als Thundercat, brengt gewapend met zijn basgitaar al meer dan een decennia lang muziek die voorbestemd is aan liefhebbers van 70’s funk, R&B, katten of drugs.  Toch kreeg hij pas echt bekendheid door als zwaargewicht mee te draaien op Kendrick Lamar’s ‘To Pimp a butterfly’. Sindsdien mocht hij jazz, electronica en rap- helden als Kamasi Washington, Flying Lotus en Mac Miller als voorname muziekpartner in crime noemen.

Ex-Studio Brussel- en huidig Kiosk Radio-dj Lefto mocht het publiek opwarmen. Z’n set kaderde al snel de feestsfeer waarbinnen deze avond gepromoot was. Met bekende en minder bekende nummers uit de hiphop- (Tyler The Creator) en elektronicawereld (Flying Lotus) bracht hij het publiek voor het eerst aan het dansen. Toch werd pas op het einde, in een eigenzinnig jazz deel waar op knappe wijze diverse tempo’s werden gemixt, de toon voor de avond gezet.

Thundercat was duidelijk naar Antwerpen afgezakt om zijn meesterschap van de basgitaar te tonen. ‘Interstellar Love’ ontaarde zo al snel in een fraai free jazz-nummer. Het leek wel een op hol geslagen arcade soundtrack. De saxofoon in het einde van het nummer werd in de liveversie echter achterwege gelaten. Hierdoor verloor het nummer veel van zijn flair. Dit was helaas niet de enige keer waar er instrumenten achterwege werden gelaten. Op ‘Dragonball Durag’ werd de saxofoonlijn van Kamasi Washington evenzeer geschrapt.

Thundercat was dan ook slechts met twee metgezellen naar De Roma afgezakt; een toetsenist en een drummer. Een vierde man in de band als saxofonist had zeker en vast een meerwaarde toegevoegd. Het drietal had de nodige instrumentvaardigheid. Al leek het concert eerder uit te draaien op een showcase waar alleen dit naar voren kwam. Het leek alsof ze vooral wilden showen. Tot overmaat van ramp was de soundmixing ondermaats, waardoor de toch vrij centraal gelegen baslijnen in de songs van Thundercat nauwelijks hoorbaar waren.

En het delicate aan Thundercat is net dat hij het vooral van dit instrumentaal vlak nodig heeft. Niet dat Thundercat geen heerlijke falsetto heeft. Hij bracht die gisteren namelijk met grote precisie live. Tekstueel stellen bepaalde nummers, zeker van laatste worp ‘It is what it is’, gewoon niet heel veel voor. ‘How Sway’ bevat bijvoorbeeld geen woorden, waardoor het publiek niet altijd mee was in het nummer. ‘Overseas’ gaat over een ontmoeting met een vrouw in Rusland, waar een hele anekdotiek aan vasthangt. Het is eerder een flauw verhaal dat weinig toevoegt. Datzelfde kwam terug in Bruner’s bindteksten. Die waren vaak te lang en hielden helemaal geen steek waardoor er geroezemoes de kop op stak.

Toch waren er een aantal nummers waar de boven genoemde tekortkomingen gelukkig afwezig waren. De cover van KNOWER’s ‘Overtime’ deed met zijn opzwepende synths en vliegend tempo zelfs denken aan 100 Gecs. Op ‘A fan’s mail’ zong het publiek onder begeleiding van een aanstekelijke groove luidkeels mee dat ze allemaal een kat wilden zijn. ‘Them changes’, orgelpunt van magnus opus ‘Drunk’,  kreeg dan weer iedereen aan het dansen. Afsluiter ‘Funny Thing’ werd door zijn beperkte lengte zelfs tweemaal gebracht, waarbij in de laatste versie een deel van het publiek het podium beklom.

Uiteindelijk was het echter te weinig. Het kwaad was al geschied doordat er te veel nummers waren die van smaak waren beroofd, door de slechte mixing, afwezigheid van saxofoon en magere songkeuze. Het gaf het beeld dat Thundercat er zich iets te goedkoop van af had gebracht. Desalniettemin gaven de drie aanwezigen duidelijk weer dat ze ijzersterk waren, met vooral Thundercat die zijn virtuositeit van begin tot einde toonde. Jammer dat het daar enkel bij bleef, want er zat zoveel meer in.

In de Roma kan je binnenkort Nothing But Thieves (12.04), Strand of Oaks (17.04) en Fulco (20.04) aan het werk zien. Meer info vind je hier.