Wanneer je een man als Howe Gelb, die al talloze albums maakte met zijn groepen, nevenprojecten en als solo-artiest, wil introduceren bij je vrienden, kies je meestal één representatief album waarmee ze kunnen beginnen. In het geval van deze Amerikaan echter is het raadzamer, zo leerden we zaterdagavond, om je kameraden aan te raden eens naar een optreden te gaan voor een staalkaart van zijn kunnen.
Ook na meerdere keren blijft het indrukwekkend hoe Flying Horseman solo erin slaagt helemaal in zijn eentje te klinken als een stevig rockende band. Eén gitaar, één stem en wat effectpedalen: meer heeft Bert Dockx niet nodig om dat ijzersterk staaltje op te voeren. Alleen al met eigen songs als ‘Back Where I Started’, ‘America Is Dead’ en ‘Road’, waarin hij helemaal loos gaat, groeit hij uit tot het soort voorprogramma dat stilaan de hoofdact dreigt te overschaduwen. Afgesloten werd er met een nieuwe song (‘City’) en covers van Nick Drake (‘Black Eyed Dog’) en Joy Division (‘Shadowplay’).
Hoewel Howe Gelb kan kiezen uit een ruime back catalogue van zijn solo-albums en platen met Giant Sand, OP8 en The Band Of Blacky Ranchette, kwamen de meeste songs uit de vorig jaar uitgebrachte LP ‘Tucson’ die hij maakte met Giant Giant Sand (een uitbreiding van zijn band, zeg maar). Opvallend is dat de Amerikaan, gehuld in een kloffie waarmee hij uit zijn werkplaats lijkt te komen (met pet en al), zo nonchalant staat te spelen en zo geïmproviseerd lijkt te werk te gaan, dat je je afvraagt of hij ons in de maling neemt en slechts een spelletje speelt. Binnen eenzelfde nummer wisselt hij voortdurend tussen beheerst en vakkundig gitaarspel en schijnbaar gepingel, waarbij hij ter plekke uitprobeert welke klanken hij kan produceren, zoals een kind dat een gitaar toegestopt krijgt. In ‘Robes Of Bible Black’ beleeft hij zichtbaar plezier aan het indrukken van een effectpedaal waardoor alle tonen ineens heel hoog klinken en wat speelgoedgitaarachtig. Tussen de songs in vertelt hij maar wat, maakt grapjes, leidt ze in met “this is a song I wrote in 1975” of “let’s see, do I have a song from the eighties?”. Zijn setlist ontstaat ter plekke, althans die indruk wil hij ons geven. Want eigenlijk weten we nog steeds niet of we hem nu moeten geloven of niet.
Howe Gelb wisselt de gitaarsongs af met liedjes op de piano, zoals ‘Chunck Of Coal’. De piano ziet eruit als een oud, bruin salooninstrument en hij speelt er een medley van geheel eigen bewerkingen van ‘House Of The Rising Sun’, ‘All Along The Watchtower’ en ‘Riders On The Storm’. De nieuwe nummers, die een meerderheid uitmaken van de set, weten het publiek te bekoren. Op het einde van zijn set, zogezegd omdat hij ervan uitgaat dat we na een uur zijn stem beu zijn, haalt hij er de Nederlandse Carice Van Houten bij. De actrice heeft vorig jaar haar debuutalbum uitgebracht (‘See You On The Ice’), waaraan Howe Gelb een niet onbelangrijke bijdrage leverde. Zo eindigen ze de show met haar nummer ‘Particle Of Light’, dat Gelb voor haar schreef. Toen hadden we al een duetversie gekregen van diens eigen ‘Not The End Of The World’ en een ontwapenend mooie cover van ‘In Spite Of Ourselves’ (van John Prine en Iris DeMent).
Ook in de bisronde haalt Howe Gelb er Carice nog even bij, en terwijl hij op de piano haar aan het lachen brengt, zingt ze het overbekende ‘Moon River’ van Andy Williams. Het publiek wordt achtergelaten met het gevoel een werkelijk bijzonder en eenmalig concert te hebben meegemaakt, rommelig en geïmproviseerd, vol humor. En het blijft ook achter met de vraag of dit niet allemaal gespeeld was…
De Zwerver programmeert in de komende weken nog onder meer Protection Patrol Pinkerton (16.02), Steve Wynn & Piv Huvluv (03.03) en An Pierlé + Blackie & The Oohoos (08.03). Info, tickets en de volledige concertagenda vind je hier