Matt Watson stapt bemoedigend over van medium op ‘See you there’

door Louis Van Keymeulen

Er zijn genoeg voorbeelden van creatievelingen die het gemaakt hebben in de visuele media om dan maar de stap in het muzikale te wagen. Al is dat zeker niet voor iedereen weggelegd. sterker nog, het zijn de uitzonderingen die de stap in stijl weten te zetten. Joji, in een vorig leven gekend als youtuber Filthy Frank, is een goed voorbeeld van iemand die het klaarspeelde. Tot enkele jaren geleden werden artiesten die ontsprongen uit online platformen amper serieus genomen. Alweer, op enkele uitzonderingen na. Het mag nu echter wel gezegd zijn. Wie anno 2022 geen oog heeft voor het talent dat zich schuilhoudt op tiktok of youtube, leeft in het verleden.

Enter Matt Watson, gekend van het satirische duo ‘Supermega’ op youtube. Nu, in tegenstelling tot de vele muzikaal-geinspireerde youtubers is Watson al jaren bevangen met muziekproductie. In 2020 bracht hij de EP ‘OUCH!’ uit. Hiermee profileerde Watson zijn sound als charmante lo-fi, synthy indie popmuziek die menig millenial en zoomer weet te bekoren. Nu zijn we twee jaar verder en na veel aanmoediging, zowel intern als extern vanuit de fanbase, is daar de eerste langspeler.

‘See you there’ komt met een knaller binnen. De single ‘STARSTUD’ toont meteen dat Watson wel degelijk weet wat een extreem goede zoomerpopknaller inhoudt. Gelaagde vocale harmonieën, chiptunesamples, heerlijke synthriffs en een magnifieke vederzachte verse van Sarah Midori Perry (Kero Kero Bonito). De timbres van Sarah Bonito en Watson gaan opvallend goed samen en vullen mekaar indrukwekkend aan. Je weet ook dat je een hitje in handen hebt als je een bridge met een cliché als “ta-tara-ta-ta” interessand en swingend kan doen klinken.

Het moet gezegd zijn dat er een risico vasthing aan openen met ‘STARSTUD’. Bij de nummers die volgen verlaagt het tempo en verandert de vibe. Op ‘See You There’ merk je op dat Watson zich niet in een hokje geduwd wilt zien. De lo-fi-esthetiek blijft, maar eens in een indie pop/rock-jasje en dan plots op de rap/r&b-trein, zoals op ‘Ok Then’, ‘Ring Pop’ en ‘Balance’. We kunnen de ambitie alleen maar aanmoedigen, maar op dit vlak merk je dat de artiest in kwestie nog een beetje zoekende is. Je merkt alleszins dat Watson kaas gegeten heeft bij bands en artiesten die zich uitdrukken in meerdere, uiteenlopende genres. Dat is alvast een kenmerk, al dan niet een voorwaarde, van een veelbelovende muzikant.

Veelzijdigheid over genregrenzen heen, maar binnen een eigen sound, is een attribuut dat bij veel artiesten en bands jaren duurt om te kweken. Om dit in deze mate te exploreren bij je debuutplaat is lovenswaardig te noemen. Maar het staat duidelijk nog in zijn kinderschoenen. Zo komt Watsons met effecten overlopende altstem beter uit de verf wanneer hij zingt op ‘STARSTUD’ dan rappend op ‘Ring pop’ met de autotuneknop op stand 16. Ook steekt in het midden en op het einde van het album een interlude de kop op. Ballsy, maar licht riskant of overbodig als je je nog grotendeels moet waarmaken als artiest.

Nu je kan het Watson niet kwalijk nemen dat hij meerdere paden binnen de alternatieve popmuziek bewandelt. ‘OK Then’ is een voorbeeld van waar het wel lukt. Een trip-hopachtige beat wordt geïntroduceerd met een radiostem en maakt dan met een explosie van lo-fi funk plaats voor de bars. Watson rapt hier op een lager, meer ritmisch pitje en het resulteert in een heerlijk hitje dat tegelijk luisterbaar en muzikaal interessant is. Hier merken we vooral het eindstuk op waar de vocals beladen met effects naar de achtergrond worden gepusht en de upbeat gitaarriff, die er al de hele tijd was, naar de voorgrond komt.

Waar Watson mumble-achtig rapt op ‘Ring pop’, maakt hij op ‘Balance’ dan weer plaats voor, toevallig, een meer gebalanceerde, moody rappassage die hem meer ligt. Nu, nog een kenmerk van een ervaren rapartiest is een uitgebreide lexicon. Het gevoel voor ritme is er, maar Watson lijkt niet te grabbelen naar de achterste hoeken van de Oxford dictionary. Dit hoeft natuurlijk niet altijd, bijlange niet. Matt Watson is dan ook allesbehalve een rapper pur sang. Maar tekstueel voelt het soms iets te monotoon, en dus kan er zeker nog iets meer variatie ingeslepen worden. Dit dus op het gebied van onderwerpen en rijmschema’s. Aan de flow moet Watson alleszins niet te veel twijfelen.

Het moet niet herhaald worden hoe moeilijk het is om als jonge artiest je te smijten op je debuutplaat. Je wilt tonen wat je kan en uit je voegen barsten, maar tegelijk een bestendig product afleveren. ‘See You There’ is een meer dan degelijke debuutplaat die dienst doet als een mellow decor dat nu en dan hitjes aflevert die je wakker schudden. Het zaadje is geplant, want het talent is zonder twijfel daar, en met genoeg water ontkiemt er sowieso iets moois. Watson gaf reeds aan in interviews dat de angst om niet serieus genomen te worden als artiest, door zijn carrière als youtuber, fors en reëel is. In die context kan ‘See you there’ zeker tellen als het visitekaartje dat die angst een bloedneus slaat.