Speels knip-en-plakwerk van Paul McCartney op ‘McCartney III’

door Guillaume De Grieve

Terwijl wij gênante fotoalbums en grootmoeders recepten terugvonden bij het opruimen tijdens de lockdown, haalde Paul McCartney oude en minder oude flarden muziek uit de kast. Hij verblijft nu al een hele tijd op een boerderij bij zijn dochter Mary en vele kleinkinderen in het landelijke Sussex. Old Macca had a farm e-i-e-i-o! Want laten we niet vergeten dat de ex-Beatle al 78 jaar is en aan zijn achttiende soloplaat toe is. Hij speelt alle instrumenten op ‘McCartney III’ volledig zelf en vervolledigt zo de ongeplande trilogie van zijn zelfgetitelde debuut uit 1970 en ‘McCartney II’ uit 1980.

Op ‘McCartney III’ doet Macca vooral zijn eigen goesting. De opvolger van ‘Egypt station’ is minder conventioneel en mikt niet op afgeborstelde radionummers. Meezingbaar blijft alles wat uit de pen van Macca vloeit wel nog, met uitzondering van de instrumentale intro ‘Long tailed winter bird’ dat vooral gitaren stapelt en een paar bizarre fluiten. Op ‘Find my way’ staat Macca klaar om iedereen te helpen in deze moeilijke tijden. Blazers, klavecimbel en dromerige riffs op gitaar omarmen zijn goede bedoelingen in de strofes. Op ‘Women and wives’ roept hij moeders én vaders op om verantwoordelijkheid te nemen voor de toekomst van onze kinderen. Een vrij simpele tik op ons geweten gespeeld op piano en gevolgd door het al even bluesy ‘Lavatory lil’, een fictief figuur die niemand eigenlijk kan uitstaan. Plak er zelf maar een naam op.

Het centrale zwaartepunt ‘Deep deep feeling’ herbergt een donkere keerzijde die pas na een minuut of vijf naar de oppervlakte komt. Het intense gevoel verandert zo in “the deep deep pain”. Geluk komt nooit alleen. McCartney krijgt niet genoeg van zichzelf waardoor dit nummer pas na acht minuten aftikt. De gelaagdheid en afwisseling voorkomen verveling. ‘Slidin’’ lijkt even uit een Queens of the Stone Age album geplukt te zijn en bewijst andermaal dat er nog geen roest komt op de ex-Beatle. Het tijdloze ‘Seize the day’ neigt naast de universele boodschap op het absurde af: “Yankee toes and eskimos can turn to frozen ice”. Een orgeltje en bevestigende koperblazers, meer heeft Macca niet nodig om het repetitieve, moody ‘Deep down’ heerlijk lang uit te rekken.

Met een korte reprise van ‘Winter bird’ en de ballade ‘When winter comes’ overdekt McCartney ons met een beschermend dekentje. Op de valreep van 2020 krijgen we alsnog een lockdown-plaat die we meer dan eenmaal zullen beluisteren. ‘McCartney III’ is de goesting van Paul McCartney als musicus en songwriter die doorheen een carrière van zestig jaar niet lijkt te verdwijnen. Samen met ‘Egypt station’ en ‘Chaos and creation in the backyard’ is dit het beste studioalbum dat de levende legende deze eeuw al uitbracht. Bedankt Macca. Dan nu terug naar de dagelijkse verplichtingen op je boerderij.