Tops valt in herhaling op ‘I feel alive’

door Mattias Goossens

Vernieuwing hoeft niet noodzakelijk te zijn in de carrière van een band, maar soms riskeer je de herhalingsoefening te veel te maken. Het Canadese Tops lijkt in die val te trappen. Voorganger ‘Sugar at the gates’ bezorgde ons drie jaar geleden al niet meer de sugar rush van eerder werk, en op vierde langspeler ‘I feel alive’ valt de band nog meer in herhaling.

Het album werd in sneltempo opgenomen in een kelder in Montreal, met toetseniste Marta Cikojevic als nieuw vast lid. Haar aanwezigheid laat zich meteen gelden in opener ‘Direct sunlight’. Naast haar hinkelende synths die aan Metronomy doet denken, heeft frontvrouw Jenny Penny nu haar handen vrij om haar dwarsfluit vaker boven te halen. Dat doet ze bijgevolg ook, al is het niet altijd een meerwaarde. Het zijn bovendien kleine wijzigingen, want aan het gekende Tops-recept wordt niet geraakt.

‘I feel alive’ waait zachtjes voorbij. Wanneer Penny die titel zingt, bespeur je nog steeds een beetje weemoed, en de naar 80’s pop refererende melodieën zorgen voor de bijhorende nostalgie. Het is een combinatie die de afgelopen jaren overdadig werd aangewend door allerhande synthpopgroepjes, en Tops lijkt daar na acht jaar samen nog steeds aan vast te houden. Het resultaat klinkt vertrouwd, en gaat daarom ook al snel vervelen, zeker in tragere nummers als ‘Ballads and sad movies’ en ‘Takedown’, die als een light-versie van U.S. Girls klinken.

Wanneer Tops dan toch eens de aandacht grijpt (‘Colder and closer’ en ‘Witching hour’ halfweg het album) is het met een herhalingsoefening van wat eerste platen ‘Tender opposites’ en ‘Picture you staring’ zo aanstekelijk maakte. Zelfs wanneer er in ‘Drowning in paradise’ wat Frans wordt bovengehaald, hebben we een déja entendu momentje. ‘I feel alive’ telt voldoende materiaal voor playlistjes van hippe boetieks en kledingzaken, maar zodra je er bewust naar begint te luisteren schilfert het kauwgumroze laagje vernis er te snel af.