Arcade Fire’s ‘Everything now’: een andere mening

door Romina Cucchiara

De nieuwe single van Arcade Fire kreeg bij een korte resem singlereviews op deze website iets meer dan voorzichtig negatieve reacties van enkele recensenten. En dat mag uiteraard, want iedereen mag zijn mening delen. Toch wil ik hier even kort een lans breken voor ‘Everything now’.

Arcade Fire draait al geringe tijd mee. Het album ‘Funeral’ werd uitgebracht in 2004, en vanaf deze eerste langspeler werd de band algemeen aanvaard als vaandeldrager van de indierock. Zo’n genre-etiket dat je wordt toebedeeld in de beginfase van je muzikale carrière kan wel eens hardnekkig blijven kleven, waardoor een verandering in muzikale stijl vaak onrust opwekt bij de fans. Ondertussen maakt Arcade Fire al bijna vijftien jaar muziek, en het is hoe dan ook niet nodig om ervan uit te gaan dat een band of artiest vijftien jaar aan een stuk dezelfde muziek zal maken (artiesten als Borsato en Regi uitgezonderd, en dat is ook oké). Bijna alle bands die begin jaren 2000 furore maakten hebben ondertussen een kwinkslag of twee in hun artistieke visie tentoon gespreid en daar komt altijd wat tegenreactie bij kijken van de schare fans van het eerste uur.

Laten we er echter vanuit gaan dat Arcade Fire na een paar zwaar klinkende albums zin had om iets dansbaars te maken, en besloot voor een aanpak te gaan die even vaak “disco” als “bombastisch” genoemd werd op de plaat ‘Reflektor’ in 2013. En laten we eerlijk zijn, hoewel het album eerst misschien als vreemde eend in de bijt de Arcade Fire-discografie betrad, was het een zeer interessant stuk muzikaal vertier. Meer zelfs, het was een richting die zowel onverwacht als goed uitgewerkt bleek voor de Candadese brady bunch. En toch bleef er bij velen blijkbaar een gevoel knagen dat hoopte op een nieuwe plaat met meer nostalgische, met tristesse verweven palmbomenrock zoals op ‘The Suburbs’. Of op een nieuwe, donkere heilige graal als ‘Funeral’ of ‘Neon Bible’. Maar guess what: die muziek hebben ze al eens gemaakt.

Over het nummer dan. ‘Everything now’ is om te beginnen echt niet zo’n radicaal nieuw soort nummer voor Arcade Fire. De keuze voor disco en een ABBA-opbouw: geen grote verrassing na ‘Reflektor’, hoewel het in dit nummer in extreme mate wordt doorgedrukt. Let ook op de David Bowie-zanglijnen (ja ook met dat koor, zeker als je de plaat ‘Young Americans’ erbij neemt) en flarden elektronische Afrikaanse muziek uit de jaren 80. Dat lijken me zeker geen oninteressante uitgangspunten voor een goed uitgewerkt popnummer. Het is daarenboven gewoonweg verfrissend om disco te herontdekken in het hedendaags pop- en rocklandschap. Voeg daar de cynische tekst van Win Butler aan toe, die de overstimulatie van het huidige leven aanklaagt op de meest dansbare manier mogelijk. Een boodschap die Arcade Fire overigens al uitdraagt sinds ‘Neon Bible’. Hoe beter de wrange pap in de mond lepelen dan op een discolepel? De inhoud van de tekst staat haaks op de vorm van de muziek, en dat zorgt ervoor dat het niet echt houdbaar is om het nummer af te doen als platte popmuziek.

De bombast die vaak aan Arcade Fire gekoppeld wordt kan in mijn ogen absoluut niet vergeleken worden met die van andere (al dan niet Chris Martin-gerelateerde) bands, want die was van aan het begin van hun carrière al aanwezig, zij het in iets andere vorm. Die bombastische kwaliteit wordt bij Arcade Fire gebruikt in functie van de muziek, en niet als verkooptruc. Maar wat me het meest plezier doet bij het beluisteren van ‘Everything now’ is het feit dat het klinkt alsof er leuk was om dit te maken, en het daarbovenop geen herkauwing is van eerder werk om misnoegde fans te vermijden. You do you, Arcade Fire. En ik doe een dansje.