Header image

Dit zijn de 30 beste ep’s van de tweede helft van 2021

door Tobias Cobbaert

We bespreken op deze website voornamelijk albums, maar ook het beknoptere ep-formaat heeft veel knappe muziek te bieden. Tijd voor een terugblik op de beste extended plays van de eerste helft van dit jaar. De selectie werd gemaakt door Daan Leber, Yannick Verhasselt en Tobias Cobbaert. Een overzicht van de eerste helft van het jaar vind je hier.

Akiko Haruna – Be little me

Het Glasgowse Numbers blijft een keurlabel. Na onder meer de “glijbaan-ep’s” van Sophie of releases van Lanark Artefax, maakt nu Akiko Haruna haar opwachting op het label. Op ‘Be little me’ brengt ze avant-garde pop, met heel wat glitchgeluiden en clubbeats. ‘Raw’ is bijvoorbeeld een donker, opbouwend nummer, ook ‘Athena’ doet wat denken aan werk van Kelela of FKA twigs. ‘Hotspot’ ligt dan meer in het verlengde van bijvoorbeeld Shygirl. Koude synths worden afgewisseld met clubbeats, terwijl Haruna op ‘Big boys’ ironisch rapt over stevige technobeats, waar een dosis hyperpop en noise over gemorst is. Die crossover tussen experimentele r&b en hedendaagse clubmuziek maakt van ‘Be little me’ een ep die het begint lijkt te zijn van een artieste die in de toekomst sowieso nog meer aandacht trekt. (Daan)

Angélica Garcia – Echo eléctrico

Uiteraard is meeslepende artpop Garcia geen vreemd gegeven. Toch legt ze het er op deze ep er nog eens vingerdik op, met nog meer focus op haar onwaarschijnlijke stem. Zo zijn ‘Macorina’ en ‘Llorano’ zuiver a capella gezongen. De manier waarop ze die tracks brengt is ronduit indrukwekkend. Garcia, die roots onder meer haar roots kent uit Mexico en Honduras, gebruikt hier nog meer de kunde die ze van haar mama heeft meegekregen – die evenwel muzikante was. De dramatiek die ze in de nummers weet te leggen, stammen af uit ranchera, al weet ze er hier een duidelijke twist aan te geven die het genre tot een compleet nieuw niveau tilt. (Yannick)

Batu – I own your energy

Eigenlijk krijgt Omar McCutcheon veel te weinig lof voor hoe hij grenzen binnen (UK) bass blijft verleggen. Op deze nieuwe ep vermengt hij hard drum in zijn sound, die overigens heerlijk aansluit op het genre. Het orgelpunt op de ep is ongetwijfeld ‘Inner space’, een driftige wervelwind waar constant wordt gespeeld met ritmes en drums. (Yannick)

Beach House – Once twice melody

Victoria Legrand en Alex Scully pakken het voor hun aankomende plaat eens totaal anders aan qua pr-rollout. De volledige plaat zal in stukjes worden gedropt in de aanloop van de release. Het eerste ‘hoofdstuk’ bracht het duo enkele weken geleden uit en sinds kort kun je ook het tweede deel beluisteren. Dit eerste deel is meteen een schot in de roos. Elk nummer op de ep volgt naadloos de andere op. De geanimeerde video met tekst erbij versterkt bovendien dat gevoel enorm.

Van de kleine pianotoetsjes die hier en daar in de titeltrack de revue passeren tot het onwaarschijnlijke ‘Superstar’ dat eigenlijk prima op ‘7’ had kunnen hebben gestaan. Toch bevat de ep evenwel niet enkel klassiek-klinkende nummers binnen de catalogus van de band. Zo heeft ‘Pink funeral’ in bepaalde stukken een percussie die wat doet denken aan die van witch house en gooit men op ‘Through me’ neo-psychedelica en shoegaze in een warm champagnebad. (Yannick)

Beneath – Numbers Talk

Na het Hemlock-label opnieuw leven in te blazen met zijn ‘On tilt’ ep, is er nu ook een nieuwe ep op het qua geluid aanleunende Livity Sound. Bij Beneath weet je ergens al op voorhand wat je voorgeschoteld zal krijgen. De Brit beweegt zich telkens in de ruimte tussen UK Bass en UK Techno, maar weet altijd wel interessante geluiden daarin te verwerken. Het resultaat zijn nummers die binnen duidelijke parameters opereren, zoals een focus op het low end spectrum en invloeden uit dub (‘High five’). Op ‘Legs eleven’ leidt dat tot heel minimale spookachtige muziek, maar het kan ook steviger zoals ‘Fourth time’, die meer richting techno opschuift, of ‘Tough one’ die zijn impact vooral heeft door the weight of the bass. (Daan)

Chase Icon – Domination

Chase Icon is helemaal klaar om de nieuwe baddest bitch in de popwereld te worden. ‘Domination’ is slechts haar eerste ep, maar dat zou je niet denken als je haar toegewijde fanbase op Twitter bekijkt. Ook muzikaal blaakt de artieste al van het zelfvertrouwen dat je niet van een debutante verwacht. ‘Domination’ bestaat uit vier splinterbommen van danspopnummers die misschien niet het populairste zijn dat je ooit zal horen, maar die daar meer dan voldoende voor compenseren met vette productie die elke dansvloer in lichterlaaie kan zetten. (Tobias)

Clarence Clarity – Vanishing act I: no nouns

Clarence Clarity is altijd al een vreemde vogel geweest in de popwereld. De productie die hij bijvoorbeeld voor Rina Sawayama op haar eerste ep deed, viel in dat opzicht nog heel goed mee, maar het werk dat hij onder zijn eigen naam uitbrengt is altijd zeer kleurrijk en bevreemdend. Het is ons dan ook een raadsel waarom de ep ‘Vanishing act I:no nouns’ bijna volledig onder de radar van de avontuurlijke popfan is gebleven, terwijl voormalige albums toch een zekere cultstatus vergaard hebben. Ook deze vijf tracks staan nochtans weer bol van de razend interessante productie en de bizarre maar enorm catchy vocals. Alsof je naar Justin Timberlake zit te luisteren op paddo’s in een draaimolen. (Tobias)

Disclosure – Never enough

Albums zijn uiteraard eerder een representatie van een totaalconcept waar soms maanden en jaren over gepiekerd kan worden. En toch blinken de broers dit jaar (ook voorgaande jaren, lees ‘Moonshine’ of ‘Ecstacy’) uit in vooral het kleinere formaat ervan waarin ze vooral hun kunde en liefde voor de (UK) clubscene blijven uit de ramen (blijven) gooien. (Yannick)

Domoor – Hele grote dorst

Na de geslaagde debuut-ep ‘De onderste boven’ keert hiphopduo Domoor met ‘Hele grote dorst’ terug voor een tweede ep waarop diezelfde mengeling van Brihang en Earl Sweatshirt te horen is. Centraal thema is de vergankelijkheid van het leven en de vastberadenheid waarmee het duo die kennis omarmt, maar toch sluipt er ook weer twijfel in de poëtische teksten. Over ‘De onderste boven’ schreven we al dat Domoor gedefinieerd wordt door tegenstelling, en daar is met ‘Hele grote dorst’ geen verandering in gekomen. Al kunnen we boeiende beats en interessante woordkunst ondertussen ook wel als vaste kenmerken opnoemen. (Tobias)

The Dubwitch Horror – Dark sun rituals of the cult of the void

Met een intro die start met “You are about to hear a series of recordings from the eclipse rituals of The Cult of the Eternal Void, called The Glorification of the Dark Sun” weet je dat The Dubwitch Horror geen lieflijke muziekjes komt brengen. Hoewel het concept vrij highbrow kan aanvoelen, heb je geen enkel moment het gevoel dat je naar een collectie muziek aan het luisteren bent die gemaakt is door verschillende producers in vage chatkanalen. De hoofdklanken zijn duistere dub en ijzingwekkende ambient, maar ook lichte noise en drone komen aan bod. ‘Dark sun eclipse’ houdt het bijvoorbeeld bij die elementen, maar ‘Dark sun rising’ kent ook momenten van licht. ‘Dark sun falling’ is dan weer een echte aanrader voor fans van bijvoorbeeld Forest Swords. (Daan)

Grove – Spice

Het is mede dankzij zijn ligging (net dicht genoeg bij Londen, net te ver van Londen) dat Bristol een epicentrum voor leftfield en underground muziek is. Het label Bokeh Versions speelt een grote rol daarin, en hun laatste release ligt iets dichter bij de dansvloer dan gemiddeld. Grove brengt een mix van donkere dancehall en innovatieve clubbeats die fans van Coucou Chloe ook wel moet bekoren. Haar vocals worden dreigend sensueel gebracht, en tegelijk ingeschakeld als extra ritmesectie bovenop de soms ongenadige instrumentals. Daarbij hoeven de bpm’s niet hoog te liggen, Spice is op haar best als ze sluw en sluipend opereert. (Daan)

Ila – felt

De band rond Ilayda Cicek leerden we in 2019 door de aangrijpende indiefolk die hun eerste eptje ‘Montage’ kleurde. ‘Chemicals’ liet al een tipje van de sluier oplichten wat de band nog allemaal in hun mars had op dat moment. Op dit mini-album bouwt men voort op de ruwe gitaren die daar al eventjes passeerden. Zo laat ‘Eternity’ een zwartgallige postpunk-indruk na. ‘Leave me dry’ mag voor mijn part nu al een belpop-klassieker worden, fantastische meezinger. (Yannick)

Lowertown – The gaping mouth

De cover-art voor deze ep is nightmare fuel, gelukkig zijn de nummers erop dat allerminst. Integendeel, Olivia Osby en Avshalom Weinberg kunnen met hun easy on the ears indie folk/pop veel hedendaagse artiesten toegeschreven worden. Toch weten ze hun eigen ding met de sound te doen. Zo is de titeltrack een prachtig stukje vingerpikkende indiefolk terwijl ‘Seaface’ en ‘Debris’ weer heerlijk doet meeknikken op de ritmes van de percussie. (Yannick)

Mabe Fratti & Concepción Huerta – Éstatica

In 2019 pakte Fratti met een indrukwekkend album dat soundscapes zag veranderen in emotieve verhaallijnen. Afgelopen jaar bracht de Argentijnse alweer twee nieuwe platen uit, haar vierde in 3 jaar tijd waarbij ze in ‘Let’s talk about the weather’ samenwerkte met producer en geluidskunstenares Gudrun Gut. Op ‘Éstatica’ werkt Fratti opnieuw samen met een producer; Concepción Huerta, die de elektronica voor haar rekening lijkt te nemen. Vooral de titeltrack en ‘Descomposiciones resonantes’ lijken op deze ep de show te stelen, met bijzonder geslepen strijkerspel en zang van Fratti. (Yannick)

Mathilde Fernandez – Sensible

Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen dat de avant-gardische artpop van Fernandez een ander hersenspinsel is naast haar bekende werk als vocaliste bij het excentrieke Ascendant Vierge, waar ze de wondere werelden van trance en gabber elkaar laat ontmoeten. Ook op deze ep laat ze die invloeden zeker niet helemaal los met Paul Seul en aamourocean die zelf even enkele tracks onder de loep nemen en er hun ding mee doen. Al bevinden bangers als ‘Temple sourire’ en ‘Érotive’ zich evenwel in het spanningsveld van trance, synthpop- en wave. ‘Sensible’ en ‘Fard’ leggen dan weer nét iets meer nadruk op de engelachtige stem van Fernandez. De synths wegen daarnaast iets zwaarder door waardoor de nummers een bijzonder french pop-feel krijgen à la Charlotte Gainsbourg. (Yannick)

Neupink – Heaven’s waiting room

Deze band heeft een gigantisch werkritme dat weinigen gegeven is. In 2020 bracht men twee albums en twee ep’s uit en dit jaar lijkt bijna aan hetzelfde aantal af te klokken (het jaar is nog steeds niet om en wie weet valt er alsnog een tweede album uit de hoed). Veel muziek betekent ook dat er bijzonder veel materiaal is en dat Neupink wel wat te vertellen zou moeten hebben. Het klankenpallet van de band is dermate breed dat ze moeiteloos kunnen schakelen van digital hardcore, drone, neo-psychedelica, noise rock, mathrock en terug. Dat op zich is al vrij indrukwekkend. Al toont het evenwel hoe grenzeloos ze zijn in hun opzet. ‘The animated crescent skirt’, het eptje dat ze in mei uitbrachten, is een zeven minuten lange wirwar aan synthpunk met fraaie melodiëen op de achtergrond gekluisterd.

Het nieuwste wapenfeit laat een meer gedestilleerde kant van de band zien. De vrijwel volledige eerste helft van de ep concentreert zich op het langzaam aanzwellen van Beach House-achtige instrumentatie die ontaardt in afschrikwekkende, noisey elektronica. Het laatste deel is gebouwd rond bijna sprookjesachtige pianoklanken die naar het einde toe compleet worden opgesoupeerd in een bad van noise. Voor wie zijn droompop iets spannender wilt, is er dus dit uitstapje van Neupink. (Yannick)

Nick León – Rompediscoteka

Hoewel hij niet meteen in de spotlights loopt, is Nick León vaste producer van Denzel Curry en werkte hij al samen met onder andere Gaika en Laurel Halo. Onder eigen naam ligt de focus dan weer op hedendaagse reggaeton die zich duidelijk binnen het clubspectrum bevindt. Voor het Colombiaanse TraTraTrax bracht hij een nieuwe ep uit. Net als de overige nummers op dat label, opereert León tussen de grenzen van genres, met uiteraard een stevige focus op die typische reggaeton-ritmes, die hij met momenten naar zijn hand zet. ‘Bachetron’ maakt, ondanks/dankzij het tragere tempo, stilzitten onmogelijk, iets wat ook geldt voor ‘Rompediscoteka’. Naast eigen producties komen ook drie gasten acte de presence geven. Kelman Duran voegt zijn ghostly soundpalet toe, jaagt Henzo het bpm de hoogte in, zonder het low end te verwaarlozen, en dient Maral een donkere, trage edit in. (Daan)

Oceanic – Total comfort

Uit de hele schare De School-residents blijft vooruitstrevende muziek komen. Artiesten als upsammy of JP Enfant rijgen de albums en ep’s aan elkaar met uiterst interessante al-dan-niet clubmuziek. Nog zo iemand is Oceanic. Waar eerder werk schippert tussen IDM en uniek klinkende ambient, richt hij zich op ‘Total control’ nog eens expliciet op de dansvloer. Uiteraard blijft hij zijn eigen touch aan die aanpak geven. Zo vallen, naast de licht slepende breakbeats, de ondertussen al trademark Oceanic-synths op op ‘Q on 6’. ‘Foam to’ jaagt dan weer het bpm nog wat meer de lucht in, zonder daarom te proberen overweldigen. Het is die lichte touch in combinatie met snelle ritmes die van ‘Total control’ een psychedelische clubervaring maakt. (Daan)

Pa Salieu – Afrikan rebel

Na ‘Send them to coventry’, dat Salieu in Groot-Brittanië als tot ver daarbuiten liet doorbreken, is de jonge rapper alweer terug met nieuw werk. De ep bestaat slechts uit drie nummers – en die zijn stuk voor stuk bangers. Aan de basis daarvan ligt amapiano die zowel ‘Shining’ als het onberispelijke ‘Style & fashion’ vooruit stuwen. Obongjayar krijgt in het nummer overigens een andere invulling dan de bitterzoete soul en r&b die hij in z’n eigen werk stopt. (Yannick)

Patches – Silver foxes

Twee op twee voor Lotte Lauwers met deze nieuwe ep. Zoals tijdens de release van ‘Hot enough’ al werd gespeculeerd, kronkelt deze ep zich op een meer gemoedelijke manier doorheen je gehoorgangen. Case in point zijn ‘Sweet by and by’, ‘And another’ of ‘Road to ruin’ bijvoorbeeld die dichter aan leunen bij ambient- en kamerpop dan de zwoele art pop en r&b-tinten die haar eerste ep vorm gaven. (Yannick)

Sadness – Motionless, watching you

Eén van onze favoriete namen in de blackmetalwereld is Sadness, het soloproject van Damián Antón Ojeda. Die heeft er alweer een productief jaar op zitten, met twee album, twee solo-ep’s, een collab-ep met To Be Gentle en een compilatie. Wij kozen er ‘Motionless, watching you’ uit, een ep die uit slechts twee lange nummers bestaat. ‘Blue’ biedt niet meer en niet minder dan wat we van Sadness verwachten: emotioneel krachtige en atmosferisch getinte black metal. Onze aandacht werd echter vooral getrokken door B-kant ‘Your train is leaving’, waarop Ojeda onverwacht laat zien dat er ook een screamo-fan in hem schuilt. (Tobias)

Sangre Nueva – Goteo

Het heetste trio van het moment is resoluut Sangre Nueva en vindt het begrip ‘supergroep’ heruit. Dat Florentino en Kelman Duran eens in de studio zouden duiken, stond enigszins ergens wel in de sterren geschreven. De misschien verrassende derde is DJ Python wiens ambient house en techno textueel hier en daar wel wat Latijnse invloeden kent, al blijven die vaak eerder op de achtergrond. Op ‘Hurt’ horen we die subtiliteit van Python heerlijk doorschemeren. ‘Sola’ en ‘Sincero’ zijn dan weer eerder voer voor dj’s om in hun sets te stoppen om hun publiek op gang te trekken terwijl het titelnummer het potentieel heeft de hele dansvloer open te kunnen breken. (Yannick)

Sassy 009 – Heart ego

Wie Sunniva Lindgård alias Sassy 009 zegt, denkt uiteraard in eerste instantie aan ‘Kill Sassy 009’ – de ep waarmee ze in 2019 enkele bakens verzette. De ep was kolbloedig in opzet en toonde vooral een Lindgård in een meer stripped back formaat. Deze mixtape is nauwelijks langer dan de ep’s die ze al uitbracht. Toch laat het een Lindgård zien die schijnbaar een pak heeft geleerd van die twee eerste eptjes met daarbovenop meer dikke scheut idm aan haar sound toegevoegd. ‘Blue racecar’ is een heerlijke spin op het klassieke drum ‘n bass-ritme, terwijl je op dat van ‘Wannabe’ nooit echt je vinger kunt leggen en zeer bevreemdend doet aanvoelen. (Yannick)

Sewerslvt – Suffering from melancholia

Sewerslvt kennen we vooral van haar weemoedige drum n bass, maar op het toepasselijk getitelde ‘Suffering from melancholia’ krijgen we grotendeels een andere kant van haar sound te zien. Laat het meteen duidelijk zijn dat we daarmee geen vrolijkere kant bedoelen, want de ep doet haar titel alle eer aan. Opener ‘Whatever’ is een vrij rustige track, waarbij vooral de vervormde vocals het gevoel van radeloosheid goet weten uit te drukken. ‘Blissful overdose’ is dan weer een stamper waarbij de amen breaks verrassend afwezig blijven, maar dat doet de versnellende 4/4-beats alleen maar harder binnenkomen. ‘Inertia status’ rondt het plaatje af met overrompelende tristesse. (Tobias)

Sofia Kourtesis – Fresia magdalena

Hoewel de Peruviaanse sinds enige tijd vanuit Berlijn opereert, laat Sofia Kourtesis met deze ep meer dan een stukje van zichzelf en haar roots zien. De ep werd namelijk rechtstreeks opgedragen aan haar mama naar wie ze heel erg opkijkt en die haar leven toewijdde aan het lot van Magdalene, een district in Lima. Elk nummer vertrekt vanuit een herinnering en dat voel je. ‘La perla’ een dancefloor filler is die een ode brengt aan haar vader met vederlichte synthesizers, ook ‘Juntos’ is heel dromerig. ‘By your side’ is dan weer dé banger op de ep, al is vrij subtiel in omvang en uitvoering. (Yannick)

Strict Face – Pulsers

Soms hoeft een ep-titel niet meer te zijn dan het benoemen van de energie van de nummers. Strict Face legt uitdrukkelijk de nadruk op de drumpatronen in zijn tracks. Opener ‘Tasteflash’ zet meteen de toon. Tribal en vogue-samples zorgen voor een bezwerende club-tool die een zwetende massa nog meer kan opjutten. Verder wordt ook nog inspiratie gezocht in electro (‘Keys to the jeep’) of zwoele UK Funky (‘More sensuous’) in combinatie met fijne steeldrums. Voor ieder wat wils dus, maar mijn persoonlijke favoriet is ‘Circuit queen’. De track zorgt ervoor dat de “pulsers” beter benoemd zou worden als “stompers”. Een goed geproducte drumloop wordt er telkens herhaald, en juist die minimale, maar impactvolle, repetitiviteit maakt er een oppeppende doorstamper van. (Daan)

The Lounge Society – Silk for the starving

De jonge Britten van The Lounge Society meteen voor de leeuwen gooien en hetzelfde van hen verwachten als andere Speedy Wunderground-adepten dit jaar (en afgelopen jaren) hebben gepresteerd, is misschien wat te veel. Toch heeft het kwartet dat ‘Silk for the starving’ vult heel wat potentieel in zich. Opener ‘Burn the heather’ gooit dance-punk door de mix en laat het eens niet cliché uitdraaien op een noisey, moody ontbolstering van gitaren. ‘Cain’s heresey’ laat dan weer zien dat ook zij met gesofisticeerde percussie overweg kunnen. ‘Valley bottom fever’ is de uitsmuiter van dienst – punk avant la lettre. (Yannick)

Tkay Maidza – Last year was weird, vol. 3

Vorig jaar nam Tkay Maidza een plekje in met volume 2 uit haar ‘Last year was weird’ ep-reeks. Dat mag ze dus dit jaar rustig opnieuw doen. Toegegeven, deze ep is een pak warmer en minder in your face dan z’n voorganger (hoewel die ook enkele mierzoete neo-soul nummers kende), getuige opener ‘Eden’ die als een voortglijdende r&b-track het geheel prima inleidt en wordt gevolgd door ‘Onto me’ dat hetzelfde patroon volgt. Het opzwepende ‘So cold’, waarop we Maidza vol zelfvertrouwen horen zingen, is ongetwijfeld de beste track op de ep. De nummers op de tweede helft van de ep, doen naar meer vragen. Niet alleen omdat we ze zo goed vinden, maar evenwel omdat we Maidza misschien nog iets dieper zouden willen zien graven in de neo-soul -en funk-instrumentals die de nummers kenmerken. (Yannick)

Underscores – Fearmonger aka boneyard

Hyperpop lijkt de laatste tijd steeds meer te fuseren met andere nostalgiegenres als emo en poppunk. Een van de artiesten die de combinatie met dat laatste pusht is Underscores, wat we begin dit jaar al konden horen op de langspeler ‘Fishmonger’. Nieuwe ep ‘Fearmonger aka boneyard’ gaat voor dezelfde hyperpoppunk, maar laat op sommige nummers ook verdwaalde flarden brostep horen. Op papier een heel lelijke combinatie, maar de jonge artiest komt er wonderwel mee weg. Al kunnen we niet beloven dat je dit goed gaat vinden als je ouder dan twintig bent. (Tobias)

Varg2™ – Siren call

Varg2™ hoorden we al zowat het hele spectrum van clubmuziek doorkruisen, van ambient tot beukende techno. Op ‘Siren call’ gaat de producer echter nog een stapje verder en serveert hij ons euforische hardstyle met vleugjes trance. Openingstrack is een samenwerking met Bladee, een graag geziene gast op de albums van Varg2™. ‘Fell’ is alweer een ijzige track die vurig hard gaat, en doet ons vooral snakken naar een volledige tape van het duo. Daarna gooit de producer nog wat olie op het vuur met de stamper ‘Stars come out at night / FBT’, om kalmerend af te sluiten met ‘Siren call / CCGG (4 M4J4) blow pop crop top*’. We beloven dat die titel meeslepender is om naar te luisteren dan om te lezen. (Tobias)