Hinds wordt op ‘The prettiest curse’ volwassen maar verliest haar streken niet

door Eva Schalbroeck

Wat is Hinds nu? Is het een band die een frisse wind doet waaien in de garagerock, een genre dat overwegend gedomineerd wordt door bands die kleurloze tributes aan hun sixties-helden brengen? Of moeten we ze afschrijven als een bende schreeuwende meisjes die weigeren hun instrumenten te leren bespelen? Een paar maanden geleden maakte Hinds de discussie nog wat moeilijker door plots met een heel anders klinkende single ‘Come back and love me’ op de proppen te komen. Is ‘The prettiest curse’ de gevreesde sell out-plaat na het indiesucces?

Wegens de coronacrisis werd de release ervan uitgesteld, waardoor Hinds de tijd had om de speculaties wat aan te wakkeren. Zo bevestigen ze in interviews dat ze zich voor het eerst waagden aan pop, een genre waar ze, volgens henzelf, steevast schrik van hadden. De andere singles ‘Good bad times’ en ‘Riding solo’ klinken ook verdacht slick en upbeat. Hoorde ik daar een bende cheerleaders?

Als je plaat in zijn geheel beluistert, merk je echter snel dat Hinds haar oude sound niet volledig in de prullenbak gooit, integendeel. De kenmerkende zelfverzekerde aanstekelijkheid klinkt wat meer gepolijst en coherent dankzij producer Jennifer Decilveo (ook gekend van Albert Hammond Jr. en Beth Ditto).

Werden bassist Ade Martín en drummer Amber Grimbergen vroeger wat naar achtergrond verdreven door Carlotta Cosials en Ana García Perrote, dan krijgen ze nu – erg terecht – meer ruimte. Het groovy en stevige openingsnummer ‘Good bad times’ en ‘Take me back’ zijn daar perfecte voorbeelden van. De zangeressen schreeuwen nog wel regelmatig, zoals op ‘Burn’ en ‘The play’, maar schreeuwen meer met elkaar dan altijd naast elkaar.

Het zijn door die kleine maar cruciale veranderingen dat Hinds haar sterkte – simpele, maar sterke songs die recht in emoties tappen – nu echt in de kijker zet. Bij momenten klinken de dames een beetje als de vrouwelijke versie van The Strokes of Arctic Monkeys, ware het niet voor de klassieke gitaar en Spaans op ‘Come back and love me’; een andere angst die ze overwonnen.

Voor het eerste duikt Hinds ook naar het andere einde van het spectrum. ‘This moment forever’ klinkt verrassend, maar geslaagd teder en zacht. Geen paniek: Hinds heeft zeker niet haar streken verloren. Doorgaans zingen de Madrilenen nog steeds over boys, tequilla en “wie ben ik nu”.

Op dit derde album stond Hinds voor een cruciale keuzen: blijven steken of groeien. De vrouwen kozen resoluut voor het tweede. Alsof die coole oudere zus doorheeft dat ze naast fel uithalen, ook haar slag kan thuishalen met een paar liefelijke “lalalala’s”. Dat doen ze wel volledig op hun eigen voorwaarden. “You’re always out of tune, And there’s no place there for you, dude, do I know you”. Einde discussie.