Header image

Onze 50 favoriete albums van 2019

door Mattias Goossens

Aan de vooravond van een nieuw decennium is het uitnodigend om grote statements te maken over wat de afgelopen tien jaar nu juist typeerde. De realiteit is te complex om op 31 december een streep onder te trekken en op 1 januari een nieuw hoofdstuk te starten. Wat we wel kunnen besluiten is dat het albumformaat de ’10s ondanks stevige concurrentie officieel overleeft heeft, en dat is een goede zaak. Het geeft artiesten de tijd om een verhaal te brengen, om verschillende ideeën ruimte te geven en om luisteraars voor langere tijd mee te nemen in hun wereld. Dat het album niet aan muzikale impact inboet, is geruststellend wanneer onze collectieve aandachtsspanne jaarlijks lijkt te krimpen.

We recenseerden dit jaar 323 albums, maar slechts 50 platen bemachtigden een plekje in onderstaande lijst. Van bekende gezichten die zichzelf overtroffen tot nieuwelingen die ons heel hard doen uitkijken naar dat nieuwe decennium. We bevelen ze allemaal even hard aan.

50 Fennesz – Agora

Zoals het een echte meester betaamt, doet laptop-muzikant Christian Fennesz nog eens moeiteloos voor hoe je een pakkende ambient-plaat maakt anno 2019. ‘Agora’ kwam nochtans tot stand zonder een degelijke opnamestudio, maar in deze vier epische nummers is daar niets van te merken. De zalvende drones van ‘In my room’ en ‘Rainfall’ brengen je in een gewichtloze staat van euforie waar je niet meer uit wil. En net wanneer je denkt dat je te ver aan het afdwalen bent in de titeltrack, brengt ‘We trigger the sun’ je terug bij bewustzijn in een kletterende finale. (Martijn)

49 Sophie – Oil of every pearl’s un-insides (non-stop remix album)

Sophies uitstekende ‘Oil of every pearl’s un-insides’ was vorig jaar een vaste waarde in de eindejaarslijstjes. Dit jaar gooit ze opnieuw hoge ogen met haar non-stop remix-versie van dat debuut. In tegenstelling tot de gangbare conventies kiest Sophie ervoor om haar bronmateriaal volledig en integraal om te zetten tot een nieuw geheel, waar outsider-techno, ambient en vooruitstrevende bass de hoofdtoon voeren. Het popelement verschuift enigszins naar de achtergrond, maar het eindresultaat is een bedwelmende, met momenten bevreemdende en energetische rave-trip, met zeemzoete accenten en schurende weerhaken. Na popmuziek quasi eigenhandig een nieuwe richting uit te sturen, doet ze nu hetzelfde met techno. (Daan)

48 Geppetto & The Whales – Passages

Het is zalig om te horen hoe ‘Passages’ baadt in een sfeer die je niet meteen zal linken aan ons Belgenlandje. De nummers klinken zo groots als een weids mistig landschap, waar ze zich op eigen tempo ontvouwen en er melancholie in de lucht zit. Geppetto & The Whales hadden nood aan tijd en bezinning om na vijf jaar met een juweeltje op te duiken, bedolven onder een dikke laag sneeuw. Dat hebben ze volledig kunnen waarmaken in de studio’s van Eau Claire in Wisconsin, waar eerder al Bon Iver, Local Natives en Sufjan Stevens over de vloer kwamen. (Gertie)

47 Floating Points – Crush

Sam Shepherd bracht dit jaar eindelijk zijn tweede studioalbum, ‘Crush’, uit. Na het wonderschone ‘Elaenia’ keerde hij nu terug met een album waarop hij zijn zo kenmerkende livedrums en gitaren achterwege liet. Niet getreurd, want Floating Points doet nog steeds wat we hoopten en verwachtten: sfeervolle, warme elektronische muziek brengen die voorzichtig flirt met jazz. Het geheel is meer uitgekleed, bijna van een pure schoonheid, terwijl de drummachine en de synths zorgen voor een verfrissende change of pace. Al voelt het geheel nog altijd very Floating Points aan, en gelukkig maar. (Bert)

46 (Sandy) Alex G – House of sugar

Alex Giannascoli maakte enkele jaren terug mede het begrip slaapkamerartiest groot toen hij het met het achter zijn bureau opgenomen ‘DSU’ tot Bandcamp-hype schopte. Sindsdien volgden er nog verschillende sterke albums en de definitieve doorbraak – getuige zijn bijdrage aan Frank Oceans ‘Blonde’. Dat de Amerikaanse singer-songwriter zich niet beperkt tot clichématige songs van een man met een gitaar, maakte hij afgelopen jaar nog maar eens duidelijk. Stemeffecten, vervormde samples en drums tot vlagen elektronica maken van ‘House of sugar’ een eclectisch en intensief album dat je de eerste luisterbeurten als een slordig allegaartje zou kunnen aanzien. Met de tijd geeft zich echter een innemende schoonheid en ontroering prijs. Van het kille experiment op ‘Project 2’ over het relatief traditionele ‘Southern Sky’ en ‘Gretel’ tot het hondseerlijke, met saxofoon overgoten ‘SugarHouse’: elke seconde van deze plaat klopt. (Lowie)

45 Altin Gün – Gece

Een Amsterdamse band die Turkse psychedelische folkrock van de jaren 70 van onder het stof haalt: we horen de ‘euh’s’ al tot in Istanbul weerklinken. Toch slaagt Altin Gün erin om dat geluid niet obscuur en gedateerd, maar toegankelijk en eigentijds te doen klinken. Op tweede album ‘Gece’ bleef het concept van zijn debuut ongewijzigd, maar werd de sound van de groep gedurfder, eigenwijzer en origineler. Het resultaat is een exotische cocktail van Turkse gitaren – bij Altin Gün is dat een saz – en psychedelische synths die vlotjes in je oren wordt gegoten. (Nina)

44 Jessica Pratt – Quiet signs

In 2019 kon de zoektocht naar verstilling een frustrerende onderneming zijn. Met ‘Quiet signs’ gaf Jessica Pratt ons een half uur durende reset-knop voor overprikkelde hersenhelften. IJle stemmen werken zich geduldig doorheen je gehoorgang. De restjes aandacht die toch nog ronddwalen, worden zachthandig richting de minimalistische instrumentatie geduwd. Misschien was dit wel het album dat er het best in slaagde om je bewustzijn te kapen. (Michelle)

43 Cherry Glazerr – Stuffed & ready

Clementine Creevy, de frontvrouw achter Cherry Glazerr, houdt niet van hanen. Ze beschrijft zichzelf als een vat vol chaos en eerlijkheid. Grungy gitaargeweld, spooky synths en schijnbaar lieflijke introspectieve zinnen mengen zich tot een fris en gelaagd album dat allesbehalve chaotisch klinkt. Op haar derde album legt Creevy je het zwijgen op: de hooks zijn talrijk, de ironie over traditionele rolpatronen scherp (“What should I cook daddy?”) en haar stem tegelijk gemeen en grappig (“I’m a stupid fish, and so are you” ). (Eva G) 

42 The National – I am easy to find

Wie dacht dat The National met voorganger ‘Sleep well beast’ z’n meest experimentele vorm gevonden had, dacht waarschijnlijk niet dat er plots een heleboel vrouwen in de studio zouden opduiken. ‘I am easy to find’ is daardoor fris en vernieuwend, zeker wanneer de band zich ondergeschikt maakt. Halfweg ‘Not in Kansas’ verdwijnt The National zelfs helemaal van het toneel, en ook het op koorzang gestoelde ‘Her father in the pool’ en ‘Underwater’ zou je op blind gehoor niet toeschrijven aan de vaste waarden uit de indierock. Toch blijft ‘I am easy to find’ een klassieke The National-plaat dankzij de vaste ingrediënten: de melancholische bariton van Matt Berninger, de rake teksten die z’n vrouw Carin Besser mee schreef en de subtiele toetsen van de Dessner-tweeling. ‘Where is her head’ is ‘Mr. November’ die zichzelf de haren uittrekt, terwijl ‘Light years’ kan wedijveren met ‘Carin at the liquor store’ voor het plekje van mooiste pianoballad. Benieuwd welke koerswijzigingen The National nog voor ons in petto heeft. (Mattias)

41 Adriaan de Roover – Leaves

België heeft een gevarieerde en interessante electronicascene borrelen ergens onder de grond. Artiesten als SKY H1 en Nkisi vinden hun acolieten veel meer in het buitenland, maar de afgelopen jaren wist Oaktree ook binnen de grenzen een schare fans voor zich te winnen toen ‘La fin’ de kop kwam opsteken in 2014. Enkele ep’s en een jaar radiostilte later bracht de Antwerpse producer onder zijn eigen naam in 2019 eindelijk zijn debuutplaat uit. Met complexe songstructuren, kristalheldere emoties en spannende omweggetjes kaapt de producer met ‘Leaves’ moeiteloos de titel van beste Belgische electronica-plaat weg. (Pascal)

40 Cate Le Bon – Reward

In 2019 trok Welshe singer-songwriter Cate Le Bon naar het Lake District om bergen te beklimmen en meubels te maken. Terwijl de meesten tweeten of instagrammen over deze #lifegoals, maakte Cate Le Bon een prachtige plaat. Op haar vijfde album toont ze hoe gevarieerd introspectie kan zijn: ‘Daylight matters’ klinkt zacht, ‘Magnificent gestures’ is dan weer rockend. In elk liedje zitten een paar stevige knipogen en woordspelingen; de beste is toch wel dat Cate Le Bon voor het album ‘Reward’ beloond werd met een Mercury Prize-nominatie. Alsof ze zelf wist dat ze een nieuwe top in haar carrière bereikt had. (Eva S)

39 Better Oblivion Community Center – Better Oblivion Community Center

Een dierbare ontdekking uit 2017 en een gevestigde waarde uit de indie/folk sinds de beginjaren van de 21ste eeuw die samen een plaat schrijven: Phoebe Bridgers en Conor Oberst klinken op ‘Better Oblivion Community Center’ als een match made in heaven. Hoewel ze veelal bekend staan voor het brengen van ultra-melancholische muziek met beladen thema’s gaat ‘BOCB’ verder dan dat. Bridgers en Oberst zitten zodanig vol energie dat ze buiten hun eigen lijntjes durven kleuren. Bijgestaan door Nick Zinner (Yeah Yeah Yeahs) en twee extra leden davert het community center met regelmaat op zijn grondvesten. (Jens)

38 Loyle Carner – Not waving, but drowning

De prijs voor meest rustgevende ADHD’er gaat dit jaar beslist naar Loyle Carner. ‘Not waving, but drowning’ is groots in al zijn bescheidenheid. Warmte gonst langs elk woord en elke noot heen met een hartslagfrequentie verlagend effect waar weinig andere artiesten bij in de buurt kwamen. Loyle Carner is mogelijks de beste alternatieve geneeskundige ingreep tegen de gevolgen van de soms koude maatschappelijke ontwikkelingen dit jaar. (Michelle)

37 Sudan Archives – Athena

Sudan Archives trok onze aandacht met haar unieke combinatie van viool, r&b, en electronica op twee ep’s. Dit jaar loste ze volledig de verwachtingen in. Al wemelt ‘Athena’ van genres, het klinkt erg gestroomlijnd. Vooral ‘Iceland moss’ en ‘Confessions’ zijn vernuftige klankmozaïeken. Uit de videoclip voor ‘Glorious’ blijkt ook dat Brittney Denise Parks al dansend viool kan spelen. Denk Riverdance, maar dan sensueler. Al werkte ze samen met verschillende producers, Parks heeft een klare kijk op haar muziek. Die creatieve moed blijkt niet enkel uit het naakte standbeeld van zichzelf op de cover, maar vooral uit de veertien sterke songs. (Eva S)

36 Vampire Weekend – Father of the bride

Zes jaar na het onverslaanbaar heerlijke ‘Modern vampires of the city’ en zonder Rostam Batmanglij: het had alle kanten kunnen opgaan met Vampire Weekend. Op ‘Father of the bride’ blijkt iedereen op een soort van hoogtestage geweest te zijn: het klinkt zowaar nog beter. Daarnaast fungeert het album als een plakkerige vloeistof bij een gebroken hart. Vampire Weekend begint te vertellen waar de meeste films eindigen, nadat twee geliefden elkaar gevonden hebben. Ze moeten blijven zoeken. Ze sukkelen, vinden en overleven. Het is die diep melancholische bril die de teksten kneedt. Wat ook nog op de operatietafel van Ezra Koenig ligt: country, pop, jazz, folk, soul en stonerrock. Het resultaat is een stilistisch nieuw lichaam – een oor is aan een arm genaaid – dat tegelijk funky, catchy en losbandig is. (Eva G)

35 Caroline Polachek – Pang

Caroline Polachek was al langer bestemd voor grootse dingen. Als frontvrouw van Chairlift maakte ze met het ontroerende ‘Crying in public’ en de onverbiddelijke bop ‘Moth to the flame’ hedendaagse klassiekers. Toch lijkt ze pas op ‘Pang’ helemaal op het toppunt van haar kunnen, vrijer dan ooit tevoren en vervuld van inspiratie. Daarvoor valt de veel gevraagde songwriter terug op haar prachtige stem en gemanierde indiegewoontes, en geeft ze ons een inkijk in haar lijf en leed. ‘Pang’ gaat over het hart en het brein, over liefdesverdriet dat vertolkt wordt door fantastische ideeën. Doorheen veertien veelzijdige nummers wringt Caroline fabelachtige gotiek en new age-dramatiek uit PC Music-producties en fabriceert ze er aangrijpende miniatuurtjes mee, wonderschoon en ook nog eens verdomd catchy. (Thomas)

34 Blanck Mass – Animated violence mild

Benjamin John Power opent met zijn soloproject Blanck Mass een geheel eigen wereld van trance en electronica vol geluidsmuren. ‘Animated violence mild’ is zijn tweede album, en iets makkelijker verteerbaar dan de voorganger. Het intense geschreeuw wordt afgewisseld met wat meer rustmomenten, poppy synthdeuntjes, samples en zanglijnen die af en toe wat melancholische kracht bijzetten. Een ding is zeker, Blanck Mass is een geval apart dat elke setting en publiek uitdaagt en spanning brengt. Voor wie Powers soloproject al kende, brengt dit album een bevredigend status quo. Toch kunnen we beamen dat de plaat heel beloftevol klinkt, met prachtige climaxen die garant staan voor enkele kippenvelmomenten. (Naomi)

33 Brihang – Casco

Aan het einde van 2019 dachten wij dat ons lijstje wel gebakken was, maar dan kwam Brihang aandraven met zijn tweede album, zodat wij nog een en ander moesten wisselen. ‘CASCO’ drijft op het eerste zicht mee in een normale flow van gedachten, maar achter die randomness komen enkele messcherpe verhalen naar boven: over prestatiedruk, het begin van het volwassen leven, de zoektocht naar eigenheid. Ondanks het groeiende succes van de West-Vlaamse Brusselaar over de grens, toont Boudy Verleye zijn meest menselijke binnenkant waarin menig twenty-something zich wel kan vinden. (Gertie)

32 Freddie Gibbs & Madlib – Bandana

Het vervolg op ‘Piñata’ bleef maar uitgesteld worden – met ongeduldige fans tot gevolg – maar ‘Bandana’ was het lange wachten meer dan waard. Net als op hun eerste samenwerking in 2014 tillen gangsta rapper Freddie Gibbs en halfgod Madlib elkaar naar hun hoogste niveau. De sterproducer slaat en zalft met een hoop welgemikte beat switches en tovert heel wat prachtsamples uit z’n hoed. Ook Gibbs verkeert duidelijk in de vorm van zijn leven en pocht als een ware tonggymnast over het leven als pimpende cocaïnedealer. Gastbijdrages van Black Thought, Yasiin Bey, Anderson .Paak en Pusha T zetten zijn boodschap alleen maar kracht bij. (Pieter)

31 Little Simz – Grey area

Voor velen leek het alsof ze dit jaar uit het niets kwam met ‘GREY area’, maar dat is een illusie. De boss in a fucking dress, zoals Little Simz zichzelf noemt, timmert al eventjes aan de weg naar boven. En dit jaar scoort ze eindelijk haar verdiende doorbraak. Op ‘GREY area’ imponeert Simz met haar snedige raps, doodeerlijke teksten en knappe producties. De Britse rapster bewees in één album al het goede dat al jaren over haar verteld werd. Een van de strafste vrouwelijke MC’s van het moment met een moedig, wijs en vooral steengoed album. (Bert)

30 Gabber Modus Operandi – Hoxxxya

Hoewel het initieel zo kan lijken, is Gabber Modus Operandi geen product van op hol geslagen post-ironische internetbewoners. Uiteraard zijn hardcore en gabber één van de ruggengraten van hun album ‘HOXXXYA’, maar wat hen onderscheidt van een Thunderdome-compilatie is de rijke textuur die in de songs gepropt is. Naast trance-opwekkende Indonesische traditionele muziek, heeft het duo ook inspiratie gezocht in opgeblazen footwork, schallende industrial en op hol geslagen techno. ‘HOXXXYA’ is een typevoorbeeld dat vernieuwing in elektronische dansmuziek niet per se in het Westen gevonden moet worden. Door hun compromisloosheid bevindt het duo zich in dezelfde sfeer van gelijkgestemde zielen als Tzusing, Slikback of Hyph11e. (Daan)

29 Solange – When I get home 

In plaats van een stoel aan de tafel waar activistische plannen om de Afro-Amerikaanse gemeenschap te emanciperen worden gesmeed (voorganger A seat at the table’), mochten we op Solanges vierde in de zetel tegenover haar haardvuur in Houston gaan zitten. Op het vloerkleed ligt een spiritueel jazz blaffende viervoeter met een vlekkenpatroon van tekstuele intermezzo’s, in de hand houden we een beker warme neo-soul met af en toe pittige toetsen van dansbare synths. Wie ooit heeft gedacht dat Solange moest onderdoen voor haar wereldberoemde zus, had het al grondig fout. Wie dat na ‘A seat at the table’ nog dacht, ging diep in het rood. En wie het na ‘When I get home’ nog steeds niet snapt, die zit fouter dan de foutste uitspraak die ooit uit de mond van Jeff Hoeyberghs kwam. (Nina)

28 Nilüfer Yanya – Miss universe

De Londense Nilüfer Yanya releast al een paar jaar met enige regelmaat singles (en twee ep’tjes), maar doorbreken deed ze dit jaar pas helemaal met debuutplaat ‘Miss universe’. Op dat album verstopt Yanya op subtiele wijze maatschappijkritiek anno 2019 (over mental health en individualisme) in een erg eclectisch palet aan nummers die gaan van catchy indiepop tot slome soul en zwoele r&b. Constante is de interessante stem van de 23-jarige vrouw en haar filosofische en soms politieke teksten. Daarenboven bevat ‘Miss universe’ met ‘Heavyweight champion of the year’ een wéreldnummer, en wie @niluferyanyaaaaaa volgt op Instagram, wordt nog eens verliefd ook. (Quinten)

27 Hand Habits – Placeholder

Waar Meg Duffy op ‘Wildly idle’ een paar stapjes weg van de quasi onverstoorbare achtergrondpositie vanop het podium bij Kevin Morby zette, maakt ze op het ietwat meer toegankelijke ‘placeholder’ grote sprongen voorwaarts. Duffy trekt met hun bezwerende stem en de oprechte inkijk in hun ziel de grond van onder je voeten. Zij het op subtiele wijze: als een sloophamer die met het allerzachtste tikje tegen een cruciale steunmuur een gebouw doet instorten. Hand Habits’ tweede is een 45 minuten durende in melancholische indiefolk badende therapiesessie waarop Duffy niet alleen zichzelf, maar ook elke luisteraar geneest. (Nina)

26 Kedr Livanskiy – Your need

Het kille begrafenissfeertje van ‘Ariadna’ laat Kedr Livanskiy op haar tweede worp meer op de achtergrond. In de plaats gaat de Russische voor een harder, fragmentarischer geluid. ‘Your need’ ruilt de vriestemperaturen van de toendra in voor kolkende ravegeluiden die je vanaf de eerste seconden genadeloos om de oren slaan en slechts op enkele zorgvuldig gekozen momenten loslaten. Hoe schreeuwerig de rave kan zijn, zo warm zijn de dubby bassen die ze ondersteunen. Tussenin zoekt de producer met haar serene zang dromerige oorden op die teruggrijpen naar eerder werk (‘Sky kisses’, ‘LED’, ‘Why love’). Over het algemeen vormt deze tweede een geslaagde zet. De artieste had reeds een plaatsje voor zichzelf opgeëist in de vooraanstaande regionen van de elektronica-wereld, maar ‘Your need’ is waar ze echt grenzen is gaan verleggen voor zichzelf. (Pascal)

Lees verder: 1 2